Kern van Motiverende Gespreksvoering (of MGV) is mensen helpen te veranderen in gedrag. Veranderen is een lastig proces dat vaak moeizaam verloopt en veel energie kost. Het is niet gemakkelijk om uit oude patronen te stappen en nieuw gedrag te ontwikkelen en vol te houden. Tegelijkertijd brengt de verandering ook nieuwe kansen met zich mee, verbeteringen, trots over eigen kunnen, bevestiging dat iets wél kan. Een verandering die voordelen oplevert die verbonden zijn met wat door de betrokkene als belangrijk wordt gezien komt vaak wel van de grond. De waarden of intrinsieke motivatie geeft hier de doorslag. Motiverende gespreksvoering helpt deze intrinsieke motivatie te zoeken en te vinden.
Waarom is het belangrijk
Hoe kun je iemand helpen bij het veranderen van zijn of haar gedrag? Om bijvoorbeeld te stoppen met roken , alcohol of drugs ? Dan geef je adviezen en leg je uit wat iemand moet doen
De uitgangspunten van Motiverende Gespreksvoering
MGV kent een viertal uitgangspunten. Deze zijn: partnerschap, acceptatie, compassie en ontlokken. De professional werkt vanuit deze vier uitgangspunten. Niet als een truc, maar intrinsiek overtuigd dat deze elementen essentieel zijn in zijn hulpverlening van de ander.
- Partnerschap: vanuit werkelijk gelijkwaardigheid werken cliënt en hulpverlener met elkaar samen. Weliswaar verschilt beider expertise maar toch: beiden zijn expert en hebben elkaar nodig. De cliënt is expert in zichzelf en zijn dagelijks leven. De hulpverlener in zijn specifieke vakgebied en vertrouwt op de ‘andere’ expertise van de cliënt. Door nu werkelijk en zonder voorbehoud samen te werken komen beide expertises bij elkaar en ontstaat 1 + 1 = 3.
- Acceptatie: de accepterende houding van de hulpverlener probeert de autonomie van de cliënt op volledige sterkte te laten functioneren. Is de autonomie (tijdelijk) verminderd dan zet de hulpverlener alles in het werk om de cliënt zijn potentieel volledig te laten aanspreken binnen de grenzen van het mogelijke. De cliënt is uiteindelijk degene die beslist.
- Compassie: de hulpverlener doet alles om de belangen en het welzijn van de cliënt zo optimaal mogelijk te dienen. Dit aspect maakt dat professionals vaak een bepaalde voorkeur hebben voor wat betreft de richting van het veranderproces, namelijk de richting die bijdraagt aan het welzijn en de gezondheid van de cliënt. Compassie en acceptatie lijken elkaar in de praktijk weleens ‘in de weg’ te zitten.
- Ontlokken: de hulpverlener probeert doelgericht gedachten en gevoelens van de cliënt te onderzoeken en te begrijpen ten einde samen met de cliënt zijn intrinsieke motivatie (zijn doelen, wensen, verwachtingen en beweegredenen) te ontdekken en te versterken.
Processen van MGV
Binnen het motiverende gesprek zijn vier processen te herkennen die structuur geven aan het gesprek. Dit zijn engageren, focussen, ontlokken en plannen. Deze processen verlopen deels volgordelijk alhoewel dit geen wetmatigheid is.
- Engageren doelt op de relatie en het vertrouwen dat cliënt en hulpverlener in elkaar stellen. Dit is nodig om de andere processen mogelijk te maken. Engageren is als basis te zien voor het gesprek en geeft een fundament voor de andere processen.
- Het tweede proces, focussen, impliceert dat richting en doel ontstaat in het gesprek. Deze focus komt vanuit gezamenlijke besluitvorming tot stand en wordt door de hulpverlener gemonitord. Ook regelmatig reflecteren op afgesproken doelen en het bijstellen hiervan kan noodzakelijk zijn en vormt onderdeel van dit proces.
- In het derde proces, ontlokken, wordt de intrinsieke motivatie van de cliënt gezocht en geëxploreerd. De hulpverlener luistert, stelt vragen en reflecteert op de uitspraken van de cliënt waarin deze zijn ambivalentie met betrekking tot de verandering onder woorden brengt. Uiteindelijk probeert hij de cliënt motieven te ontlokken ten gunste van de verandering. Cruciaal hierin is dat de cliënt deze benoemd, vandaar ook de naam van dit derde proces: ontlokken.
- Door het proces van plannen realiseert de hulpverlener samen met de cliënt uiteindelijk de transfer naar uiteindelijk gedrag. Bijvoorbeeld door een plan van aanpak op te stellen, stappen te zetten om terugval te voorkomen of een vervolgafspraak te plannen waarin verder met elkaar wordt gesproken over de intrinsieke motivatie van de cliënt .
Vijf asen van Motiverende Gespreksvoering
Fase 1 – Ontkenning (pre-contemplation)
Dit is de fase waarin iemand zich niet bewust is van het feit dat hij misschien wel een probleem heeft of veroorzaakt. Hij zal het ontkennen, de noodzaak nog niet inzien, of de oorzaak van het probleem voornamelijk buiten zichzelf zal zoeken. Hij wil (nog) niet veranderen. Anderen zien dit vaak wel maar de persoon in kwestie zal zijn eigen probleemgedrag in eerste instantie ontkennen.
- “Er is niets aan de hand”, “Ik kan er niets aan doen” of “Ik ben niet verantwoordelijk”.
- Er is veel weerstand om te veranderen.
- Het is niet waarschijnlijk dat iemand uit zichzelf in de komende 6 maanden zijn gedrag zal veranderen, tenzij er een plotseling inzicht of een dringende noodzaak is.
Denk bij deze fase aan een zware drinker die zal beweren dat hij niet verslaafd is en kan stoppen wanneer hij wil. Of de perfectionist die niet in wil zien dat zijn werkstress mede veroorzaakt wordt door zijn eigen controledwang en perfectionisme.
Fase 2 – Erkenning (contemplation)
In deze fase is iemand zich bewust dat hij misschien wel een probleem heeft en hier zelf verantwoordelijk voor is. Hij wil wel veranderen maar weet alleen nog niet hoe, of denkt niet bij machte te zijn om dit te kunnen.
- “Er is wat aan de hand en ik ben mede verantwoordelijk.”
- Men heeft een begin gemaakt verantwoordelijkheid te nemen over het eigen gedrag maar staat nog sceptisch tegenover het eigen kunnen om te veranderen.
- Dit is de fase waarin men vaak hulp gaat zoeken.
- Een gedragsverandering binnen 6 maanden is mogelijk.
Fase 3 – Verkenning (preparation)
In deze verkennende fase maakt iemand plannen om daadwerkelijk iets aan zijn gedrag te gaan doen.
- “Ik kan het anders gaan doen en ik denk erover na hoe.”
- Er ontstaat hoop op een positieve afloop.
- Men is klaar om binnen 30 dagen actie te gaan ondernemen.
Fase 4 – Actie (action)
In deze fase onderneemt iemand actie om ook echt (iets) te veranderen.
- “Ik pak mijn verantwoordelijkheid en verander mijn gedrag of gewoontes waardoor ik een beter resultaat ga krijgen.”
- De verandering is gaande. Men ondergaat de verandering en experimenteert met wat werkt en wat niet.
- Het is belangrijk om in het begin kleine haalbare stappen te maken waarmee direct vooruitgang geboekt kan worden.
Fase 5 – Volhouden (maintenance)
Nieuw gedrag moet een gewoonte gaan worden ander bestaat het risico van een terugval. In deze fase moet men het nieuwe gedrag volhouden en integreren met andere activiteiten.
- “Ik wil het volhouden want ik zie dat het werkt.”
- Men verplicht zichzelf om het nieuwe gedrag, of de nieuwe gewoonte, vol te houden.
- Belangrijk is dat men zichzelf blijft belonen voor het nieuwe gedrag, en blijft focussen op het positieve resultaat, anders bestaat het risico op een terugval.
Terugval
Het is niet ongebruikelijk dat iemand 2 stappen vooruit maakt en daarna weer 1 stap terug, of dat men het bereikte resultaat niet (volledig) kan vasthouden. Een terugval kan dus onderdeel uitmaken van het veranderproces. Gebeurt dit, dan kan het gehele proces, of een gedeelte daarvan, weer worden doorlopen.