Angstklachten

Wat is een angststoornis?

Angst is een emotie die met de waarneming van gevaar te maken heeft. Zodra er gevaar dreigt, kun je angstig worden. Je wordt dan extra alert, omdat je lichaam zich voorbereidt op actie om het gevaar uit de weg te gaan. Je lichaam kan op drie verschillende manieren op angst reageren: je kunt vechten, vluchten of bevriezen. Het voelen van angst is heel functioneel. Angst zorgt er bijvoorbeeld voor dat je wegrent in een gevaarlijke situatie. Als angst steeds vaker opkomt in ongevaarlijke situaties kan dit je in het dagelijkse leven belemmeren. Je voelt je steeds angstiger, dus je hebt er last van in je dagelijkse activiteiten. Je zal sociale contacten vermijden om het gevoel van angst te voorkomen. Als de angst langdurig aanhoudt en het je dagelijks functioneren verstoort, is er sprake van een angststoornis.

Lichamelijke klachten angststoornis

Lichamelijk kan angst leiden tot klachten als hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid en het gevoel hebben te stikken. De klachten spelen op in de specifieke situatie die jou bang maakt. Je kunt meerdere klachten tegelijk ervaren, maar dat hoeft niet. Een angststoornis kan bovendien leiden tot de volgende fysieke symptomen:

  • Zweten
  • Koude rillingen
  • Hoofdpijn
  • Buikpijn
  • Duizeligheid
  • Beven
  • Hartkloppingen
  • Benauwdheid
  • prikkelbaarheid
  • slaapproblemen
  • concentratieproblemen
  • spierspanningen.
  • Tintelingen in de handen en/of voeten

Ook fysieke klachten zoals een droge mond, maagpijn en zelfs braken of diarree komen voor bij een angststoornis.

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van een angststoornis?

De oorzaken van een angststoornis variëren. Soms is het genetisch bepaald. Het kan dan ook versterkt worden tijdens je opvoeding. Maar ook de manier waarop je informatie vanuit de omgeving verwerkt kan bijdragen. Heb je een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt zoals een auto-ongeluk? Het zou goed kunnen dat je een sterke angst hebt ontwikkeld voor autorijden. De gevolgen van angstklachten kunnen significant zijn en groter dan je zelf doorhebt. Een typisch gevolg is jezelf onderschatten. Maar het heeft ook effect op je fysieke en mentale gezondheid, prestaties en sociale leven. Je kunt ook depressieve klachten ontwikkelen.

Welke soorten angststoornissen zijn er?

De meest voorkomende angststoornissen zijn:

  • Paniekstoornis: Als je last hebt van een paniekstoornis, dan kun je intense gevoelens van angst ervaren, die gepaard gaan met lichamelijke verschijnselen, zoals trillen, hartkloppingen, bang zijn om flauw te vallen of om gek te worden.
  • Agorafobie (‘pleinvrees’): Bij agorafobie heb je angst voor grote menigten, open ruimten of kleine ruimten waaruit je moeilijk kunt ‘ontsnappen’.
  • Hypochondrie: Mensen met hypochondrie hebben de angst en overtuiging dat ze een ernstige ziekte onder de leden hebben.
  • Fobie: Een fobie is een angst voor specifieke situaties of dingen, zoals liften, hoogten, autorijden, bloed, naalden of vliegen.
  • Sociale fobie: Bij een sociale fobie ervaar je angst voor wat andere mensen van je vinden. Vaak gaat een sociale fobie gepaard met angst voor bepaalde lichamelijke verschijnselen, zoals blozen of trillen.
  • Dwangstoornis: Bij een dwangstoornis heb je last van steeds terugkerende gedachten die je angstig maken die dwangmatige handelingen tot gevolg hebben.
  • Angststoornis (gegeneraliseerde angststoornis): Bij een angststoornis pieker je veel en maak je je veel zorgen over allerlei dingen die kunnen gebeuren in het dagelijks leven. Zo kun je bijvoorbeeld erg bezorgd zijn als je partner later thuis komt dan verwacht.
  • Posttraumatische stress-stoornis (PTSS): Hierbij heb je last van steeds terugkerende herinneringen aan vreselijke, traumatische ervaringen. Het lijkt daarbij alsof je de gebeurtenis steeds opnieuw beleeft.

Wat kun je zelf doen tegen angstklachten?

Dit kun je zelf doen als je angst ervaart:

Ontspan je lichaam. Angst gaat bijna altijd gepaard met een verhoogde spierspanning. Vermindering van spierspanning kan daarom helpen om je angst te verminderen. Wil je leren om je lichaam te ontspannen? In ons artikel over ontspanningsoefeningen vind je drie ontspanningsoefeningen die je gemakkelijk thuis of zelfs op je werk kunt doen. Je kunt ook ontladen door simpelweg te bewegen. Maak daarom bewust ruimte in je agenda voor sport en lichamelijke activiteiten.

Breng je ademhaling tot rust. In tijden van spanning, heb je vaak last van een verstoorde ademhaling (hyperventilatie). Ademhalingsoefeningen kunnen ervoor zorgen dat je ademhaling weer rustig wordt. Tip: lees ons artikel over ademhalingsoefeningen voor drie simpele oefeningen.

Relativeer. Bedenk eens waar je angstgevoelens mee te maken hebben, en in hoeverre deze angsten reëel zijn. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van je angstgedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor kan de angst vanzelf afnemen. Tip: zet je nieuwe, relativerende gedachten in een notitie op je telefoon. Zo kun je er op moeilijke momenten nog eens naar kijken, waar je ook bent.

Stel jezelf gerust. Probeer enkele zinnen te bedenken die tegenwicht bieden aan de ‘doemgedachten’ die je hebt. Oefen deze zinnen en probeer deze toe te passen in situaties waarin je je angstig voelt. Zeg bijvoorbeeld zachtjes tegen jezelf: “Rustig maar, er gebeurt niets.” Of “Je kunt het aan.” Misschien klinkt dit gek, maar veel mensen hebben er baat bij om zichzelf op deze manier gerust te stellen op momenten dat ze angst voelen opkomen.

Zoek afleiding. Bevind je je in een situatie die je spannend vind? Zoek afleiding door je te focussen op de dingen om je heen. Zo laat je je niet meeslepen door de angstige gevoelens of gedachten die je hebt. Kijk bijvoorbeeld eens bewust naar andere mensen: hoe zien zij eruit en wat hebben zij aan? Of houd jezelf bezig door van duizend naar nul te tellen. Zo heeft de angst veel minder kans om vat op je te krijgen.

Bereid je voor op angstige situaties. Ga na wat het ergste is dat er kan gebeuren en hoe je hiermee om zou kunnen gaan. Schrijf mogelijke oplossingen op en neem deze met je mee. Als je angstig wordt, is het namelijk moeilijk om helder te blijven nadenken. Het kan helpen als je je eerder bedachte oplossingen er op dat moment bij kunt pakken.

Praat over je angstgevoelens. Praat eens over je zorgen met een goede vriend, familielid of vertrouwenspersoon. Problemen die eerst heel groot leken, kunnen door gesprekken met anderen naar de juiste proporties worden gebracht. Het kan ook helpen om naar groepstherapie te gaan. Dit helpt je niet alleen om met je angst om te gaan, maar doet je ook inzien dat je niet de enige bent die kampt met angst en paniek.

Houd een dagboek bij. Hierin kun je bijhouden wat er gebeurt tijdens een angstmoment. Omschrijf hoe je je op dat moment voelt, waar je precies bang voor bent, waar je aan denkt en hoe je erop reageert. Zo krijg je inzicht in de situaties waarin je angstig wordt. Neem dit dagboek mee als je een bezoek brengt aan de huisarts om je klachten te bespreken.

Vermijd alcohol, nicotine en andere middelen. Voor sommige mensen is het verleidelijk om alcohol, nicotine of andere middelen met een rustgevende werking te gebruiken. Toch is het gebruik van deze middelen niet verstandig. Deze zijn namelijk vaak verslavend, laten je minder fit voelen en kunnen zorgen voor slaapproblemen.

Zorg voor regelmaat en voldoende slaap. Met meer regelmaat in je leven kun je beter omgaan met angst en voel je je over het algemeen beter. Zorg er daarom voor dat je iedere dag rond hetzelfde tijdstip opstaat en naar bed gaat. Eet je maaltijden op vaste tijden en werk zoveel mogelijk op vaste dagen en tijden.

Zoek professionele hulp. Zorg dat de persoon professionele hulp zoekt. Zeg dat er behandelingen en medicijnen zijn die hem kunnen ondersteunen. Ga zo mogelijk mee met de betrokkene naar de huisarts of ggz-hulpverlener

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *